l'Ouest de Picardië van 9 tot 11 september 2025

Verslag voor medereizigers en thuisblijvers door Patrick, foto's Mieke.

 

“Wat doet hij nu?”. De bus parkeert zich niet achteraan op de parking, maar halfweg.

Over de grintparking tsjokken we met de trolleys naar de bus. Dat moet dus een nieuwe chauffeur zijn. Klopt, terwijl de groep volhardt in zijn vaste bezetting met uitzondering van ons Maria en Rudy en een nieuw  koppel. Onze gids, ook een primeur, stapt op in Moorslede.

In het nog donkere vroege ochtenduur is er met gedempte stem altijd de voorstelling van de gids en chauffeur, Regis en Axel. Weer niets bijzonders. Maar bij zijn uitleg over de reis horen we dat ditmaal geen amateur maar professionele gids onze reis begeleidt.       

Nog zo’n terugkomer is “Het Leen”, waar ze zich verslikken in de boterkoeken. Onpare getallen geven problemen bij de tafelsetting, ook in Frankrijk. 

Als zakdoekbewoner merk je direct wanneer de Franse grens wordt gepasseerd. Ruimte en afstand krijgen een andere dimensie.  De Frans-Vlaanderen weg via Bailleul en Gravelines toont ons de grens van het Graafschap Vlaanderen met de vele Vlaamse woorden in plaatsnamen, ondernemingen, horeca…als bewijs. Hauts-de-France, waar ze boven Parijs niet zo gelukkig mee zijn, mais alors, omvat vijf departementen waarin geen hooggebergte te zien is, maar glooiingen met daarop de akkers, bezaait met pittoreske dorpen, bosjes in pocket formaat, meanderende waterlopen en plassen. Quel beauté. Terzijde van het natuurschoon  zie je ingrepen op de omgeving door de mens uitgevoerd, die enerzijds niet fraai zijn, maar toch een sfeer creëren, al is het van voorbije industrie en oorlog. De terrils doemen  uit het niets op en scheppen een anachronistisch landschap. Evenals de restanten van de Abbey de Mont st Eloi, spookachtige torens, die de omgeving domineren en getuigen van de destructiedrift van de oorlogmens. Dit wordt extra beklemtoont door de talrijke militaire kerkhoven.

We laten deze gedachten vol leed achter ons en vertederen terug met petites églises sur le marché.

 

Zo arriveren we in Saulty om een fruitboer te bezoeken die appels en peren kweekt.

Het woord boer is hier misschien wat misplaatst want een hofstee staat hier niet. Wel een chateau in classicistische stijl in 1810 gebouwd door Louis Cresper die een gat in de markt had ontdekt door de Engelse blokkade van rietsuiker. Het gebrek aan rietsuiker loste hij op door suikerbieten te telen. Maar het einde van de blokkade betekende ook het einde van Cresper. Het chateau staat er nog en is gedeeltelijk hotel geworden. De huidige eigenaar laat ons weten dat het te koop staat. Mooi gebouw, maar in bedenkelijke toestand waardoor niemand van ons een bod heeft gedaan. Suikerbieten zijn vervangen door een boomgaard van 50 ha. Er worden appelen en peren gekweekt op een duurzame manier, élévage logique want biologique is niet rendabel. Deze logique vertaalt zich ook in de soorten die gekweekt worden. Leerzaam is te zien hoe ze op natuurlijke wijze hun boomhaard beschermen en bevruchten, hoe er geënt en geoogst wordt. Allemaal met lokale mensen. Er is interesse in de groep en dat resulteert in vraagstelling en aankoop in de winkel na het degusteren van appel -en perensap.

We moeten verder naar Amiens want daar wacht de lunch. Amiens telt 135 000 inwoners maar is geen opeenstapeling van hoge flatgebouwen. De hoogbouw is beperkt en er is veel open ruimte met groen. De kathedraal en de tour Perret zijn daarentegen voorbeelden van grootsheidswaanzin. Amiens wordt evenwel geassocieerd met het woord mac(a)ron omwille van de president Macron en vooral omwille van de gelijknamige koekjes die gemaakt worden door de familie Trogneux waarvan Brigitte de echtgenote is van de president. In een oude doos zit dikwijls nog een lekker koekje.

De naambekendheid van dit koppel wordt overschaduwd door Jules Vernes die in Amiens een imposant huis bewoonde dat nu een museum is.

Op onze uitstapjes moet je wel over een gezonde eetconditie beschikken die toelaat om meer dan het alledaagse te verteren. In Au Fil de l’Eau valt de setting best mee en het Amienrolletje is niet te zwaar. Een Win win want op het water willen we niet zeeziek worden.

Het mooie zachte weer verzacht de wachttijd en de windstilte lokt geen gilletjes uit bij het inschepen. Voor ons liggen 65 km kanalen een 300 ha tuinen. Notre guide était un cascade des mots. Moeilijk om volgen maar toch dit; je kan er nog altijd grond kopen aan 25 € per m. Eens eigenaar altijd eigenaar wat je ook doet met die grond qua onderhoud, als je tenminste niet pollueert. Het heeft weinig gescheeld of de ganse site werd dicht gebetonneerd voor de aanleg van een oost-west verbinding. Dat was halfweg de jaren zeventig, niet zo lang dus. Maar een geïmmigreerde Griek Nisso Pelossof heeft hiertegen actie gevoerd en gewonnen. Hij heeft zich ook ingezet voor de versterking van de oevers, het onderhoud van de kanalen en het behoud van een wekelijkse markt op het water. Hierdoor dobberen we nu in een groene oase op kraakhelder water en genieten van allerlei taferelen, gaande van maniakaal onderhouden tuinen tot komische toestanden. Bij ontscheping staat weeral een lange rij te wachten. De inkomsten dienen om de eigenaars te ondersteunen bij het onderhoud.

Balader langs de Somme genieten we van de charmes van Amiens. Het is het ogenblik dat de gids zijn parate kennis kan etaleren in de oortjes. De kathedraal is een toonbeeld  van grootse, fijne gotiek. Ik ben even gaan zien als er geen gelijkenis is tussen mezelf en het evenbeeld van god in het centrale portaal, maar dat is het dus niet. Er zijn genoeg andere beelden waaraan je je kan vergapen, zowel buiten als binnen.  Jammer dat heel wat originele brandglasramen ontbreken. Het is grotesk, maar vraagt bewondering. Even gaan zitten en van het plein genieten, nat of droog.

Het is late namiddag geworden en tijd om in te kwartieren, maar de busplaats wordt bezet door een auto. Toevallig komt een politieauto langs die zich daar niet zo aan ergert, maar onze gids des te meer. Hij belt zelfs naar het commissariaat om zijn beklag te doen. Ondertussen is de eigenaar als door een wesp gestoken zijn auto ingesprongen en weg gereden. Leuk tafereeltje.

Abbeville kennen we, als senioren toch, want de diepgaande serie over de collaboratie in WOII van Maurice De Wilde, die elke steen omdraaide om de waarheid te weten, hebben we allemaal bekeken. Daarin kwam Abbeville aan bod met de wild weg executie van beschuldigde collaborateurs, waaronder Joris van Severen, frontman van het Ferdinaso. Een van de zwarte bladzijden uit de Belgisch-Franse politieke historiek. Op de plaats van executie staat nog altijd de kiosk. Tijdsgebrek heeft belet er even stil te staan om te zien of aan die gebeurtenis wordt herinnert zoals op verschillende plaatsen in Abbeville kransen liggen op de stoep onder een gedenkplaat die hulde brengt aan gedode verzetsstrijders of gesneuvelde soldaten.

Een wandeling door Abbeville, met religieuze en historische ruïnes is wel verrijkend. Ik heb me moeten beperken tot een ad hoc avondwandeling naar de kathedraal, met veel oorlogsschade maar eveneens in fijne gotiek. Na 21u00 maakt de stad wel een doodse indruk. Het miezert, het is wat kil en het is donker, de herfst klopt aan de deur. De groep verlaat het hotel niet dat voldoende comfort biedt voor twee nachten. Wat excentrieke bekleding in de gang, maar neutraal ingerichte kamers.

Niemand klaagt over het eten want na de warme lunch is beperking meer gewenst dan overdaad.

Vandaag is het biologie en gastronomie met escargots op de menutafel. We zijn nog niet vertrokken en er wordt al gelachen op de bus. Een gebrek aan respect voor de mensen met een ochtendhumeurtje. De gids gps laat de chauffeur een route volgen die ons een mooi kijkstuk biedt.

Naast de vele kleine bosjes, die ecologisch een grote waarde hebben, op de akkers heeft Picardië met le foret de Crésy een van de, zoniet  het grootste bos van Frankrijk, 4300 ha.

 

We slingeren verder om halt te houden bij onze escargotfarm. Wat hangars overtrokken met zeildoek en enkele barakken, niet meer. Zaakvoerder Antoine ontvangt ons op hartelijke wijze en runt zijn bedrijf met twee personeelsleden, zijn  vader en zijn moeder. Hiermee moet hij concurreren tegen een 300tal andere bedrijven. Omvattend is het dus niet, maar zijn uitleg is eenvoudig en in begrijpelijk Frans voor de groep. To the point. En dan de slakken, 200 000 in totaal van klein tot groot. We zijn er niet vies van en sommigen wrijven het slijmspoor zelfs op de wang als remedie tegen de rimpels, die je hier overvloedig ziet. Na de anatomie, de degustatie en de commercialisatie.

We vervolgen onze weg door les septs vallées, die een schatkamer is aan mooie zichten zoals het imposante kasteel van Regnière Ecluse, dat er reeds 1000 jaar staat en eigendom is van graaf Hinnisdal. Verschillende manoirs passeren de revue. Maar vergeet Abbey de Valloires niet waar Therese Papillon een preventorium opstartte  en er nog altijd verwaarloosde kinderen worden opgevangen. En dan Rue die met zijn Hospice, Chapelle en Belfroi zeker een stop waard is.

Maar wij moeten naar Le Crotoy waar Le Bai de Somme ligt te wachten. Het is trouwens middag en honger en dorst teistert weeral ons weerstandsvermogen. Of is het een Pavlov reflex? De vele restaurants duiden op een toeristische hot spot.  Het is er ook mooi en impressionant met die baai waarvan het water verrassend snel stijgt. De zilte geur en strakke bries geeft een herkenbaar gevoel. Regis demonstreert terug een van zijn gidsentrucjes om de groep te checken via een groepsfoto.

Voltallig stappen we de stoomtrein op. Hier kan dat nog, een treinrit uit het stoomtijdperk, langs de baai om af te stappen in een even prentkaart stadje, St Valery-sur-Somme. We hebben zeker niet alles gezien van Baie de Somme maar het is hotel -en apero tijd. Vast ritueel op de bus is de samenvatting van de dag en de planning voor morgen, met herhaling. Niet zeggen dat je het niet wist.

Na wat verhuis in de bar kan de traditionele groepsdrink doorgaan, onverwachts omkadert met volkse liederen in tenortoon door de gids. Allemaal in de prijs inbegrepen.

Vandaag inpakken en wegwezen richting Boulogne-sur-Mer, een vestingsstad die uit twee gedeelten bestaat, haute-ville et basse-ville avec le port, le plus grand de la France. Wanneer we de daling naar de stad inzetten ligt ze te baden in zonlicht die door de wolken breekt en hierachter de wijdse zee met schuimkoppen. Wat wil je nog meer.

Bij Porte des Dunes ontschepen we om een korte wandeling te maken in de bovenstad. Kort maar toch lang genoeg om Regis toe te laten een résumé te maken over de  historiek van de stad. Les bâtiments historiques, les ruelles, coins pittoresques avec terrasses et petites boites creëren terug een toeristenparadijs.  De Basiliek is een bezoek waard maar herbergt een crypte jamais vu. De vele en grote ruimtes zijn versiert met goed bewaarde en kunstige fresco’s. De restauratie is recent en er is zelfs Nederlandse uitleg. Een pareltje en niet vermeldt in het programma, dommage.

Boulogne-sur-Mer is bezaait met bouwwerven wat er op wijst dat de stad groeit, toch is het er niet overdruk, ook niet in de haven. We bereiken vlot Nausicaa waar een visgratin staat te dampen, nou ja vis. Verschillende groepsleden worden tot opgave gedwongen door een gebrek aan appetijt. Het laatste middagmaal is er teveel aan en er volgt nog een laatste avondmaal omdat er geen proviand is thuis. De superlatieven die gebruikt worden over Nausicaa hebben de verwachtingen doen stijgen. De ticketprijzen bevestigen dat, een modaal gezin met 2 kinderen betaalt meer dan 100 €, pretpark prijzen. Als je ten volle wilt genieten van wat er te zien is, doe je best wat opzoekingswerk op de website of in de beperkte brochure, in het Nederlands,  die je kan krijgen in de ontvangsthal. Zomaar binnenstappen is verwarrend want er zijn 3 geïntegreerde parcours. Als onwetenden hebben de enen  het grote aquarium niet gevonden, de anderen de zeeleeuwen niet gezien. Wie van ons heeft in de klimaatmachine gestaan of op de brugsimulatie van het onderzoeksschip? Er wordt veel aangeboden, maar er gaat ook veel verloren omdat onze oppervlakkige kennis en interesse het niet ziet. Daarom die voorbereiding om het educatief interessant te maken. Volgens de brochure word je 4u30 ondergedompeld in de oceaan. Wij spoelen aan na een tweetal uren, das goed gezwommen.

Maar we hebben wel een aantal boeien gemist. Start je opnieuw kom je dezelfde nrs tegen, maar andere aquaria.

We staan dus wat vroeger aan de bus maar kunnen niet genieten van het weidse zicht op de vissershaven omdat we moeten schuilen voor een plensbui. Echt zee weer, zon, wolken, water en wind.

Onze trip naar Picardie zit er op. Voor sommigen een déjà vu, voor anderen nouvelle vu. Toch een algemene vaststelling dat Picardie een ruim aanbod heeft.

Beroepsmatig maakt de gids nog een samenvatting van de driedaagse, maar in dichtvorm, un poème, incroyable.

We zijn verrassend gestart en we eindigen verrassend door onze boterham te eten, niet in een achteraf zaaltje, maar in een ruime feest-, dans-, evenementen,-muziek-,verkoop…zaal. Met knapperige korsten aan het brood. Wie verwacht dat in Houthulst?

Groetjes en tot de volgende keer

Mieke en Ginette